Datum
Instantie
CASS NL Merk
DUTCH-ART.NL Depotnummer
Deposant
Monique Johanna Helena SUTTORP Tekst
Rekestnummer: R02/100HR
Monique Johanna Helena SUTTORP tegen BENELUX-MERKENBUREAU
Uitspraak: 23 januari 2004
Rek.nr. R02/100HR
JMH/AS
Hoge Raad der Nederlanden, Eerste Kamer
Beschikking
in de zaak van:
Monique Johanna Helena SUTTORP,
handelende onder de naam DUTCH-ART.NL,
wonende te Rotterdam,
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. F.I.S.A.L. van Velsen,
tegen
BENELUX-MERKENBUREAU,
gevestigd te 's-Gravenhage,
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. C.J.J.C. van Nispen.
1. Het geding in feitelijke instantie
Met een op 16 april 2002 ter griffie van het gerechtshof te 's-Gravenhage ingekomen verzoekschrift heeft verzoekster tot cassatie - verder te noemen: Suttorp - zich gewend tot het hof aldaar en verzocht verweerder in cassatie - verder te noemen: BMB - te bevelen alsnog tot inschrijving in het Beneluxmerkenregister over te gaan van het door haar onder nummer 957 009 gedane depot van het teken DUTCH-ART.NL, met veroordeling van BMB in de kosten van het geding.
BMB heeft het verzoek bestreden.
Het hof heeft bij beschikking van 26 september 2002 het verzoek afgewezen.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft Suttorp beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
BMB heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Suttorp in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van BMB begroot op € 252,69 aan verschotten en € 1.135,-- voor salaris.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, A. Hammerstein en P.C. Kop, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 23 januari 2004.
* * * * *