Het langverwachte Design Package komt er nu echt aan. De definitieve teksten zijn op 18 november 2024 in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd. Pieter Veeze is Principal Legal Officer bij BOIP. Hij gaat in dit artikel in op de highlights van de hervorming van de modellenwetgeving waarmee de Europese Unie de bestaande modelbescherming in de hele EU wil versterken, vereenvoudigen en harmoniseren.
EU-Verordening 2024/2822 en Richtlijn 2024/2823 treden in werking op de 20e dag na publicatie. Het gaat om de volgende teksten:
- Verordening (EU) 2024/2822 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2024 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad betreffende Gemeenschapsmodellen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2246/2002 van de Commissie1
- Richtlijn (EU) 2024/2823 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2024 inzake de rechtsbescherming van modellen (herschikking)2
Invoering van wijzigingen
Na inwerkingtreding worden de wijzigingen van de Verordening in 2 fasen van toepassing. In de eerste fase (ingaande op 1 mei 2025) wordt vooral de terminologie aangepast. Zo gaat bijvoorbeeld het Gemeenschapsmodel voortaan Uniemodel heten. De meeste inhoudelijke wijzigingen komen in de tweede fase, ingaande op 1 juli 2026. De Richtlijn geeft de lidstaten 36 maanden vanaf inwerkingtreding (hetgeen neerkomt op uiterlijk 9 december 2027, zie art. 36 Richtlijn) de tijd om deze wijzigingen om te zetten in hun nationale wetgeving. In het geval van BOIP: in het BVIE.
Highlights van wijzigingen
De inhoud van de wijzigingen staat dus vast, maar het duurt nog wel even voordat gebruikers echt de gevolgen gaan merken. Hieronder alvast enkele highlights.
- De definities van ‘voortbrengsel’ en ‘model’ worden verruimd. Waar modelbescherming tot nu toe zag op het uiterlijk van een (fysiek) voortbrengsel, kan een voortbrengsel in de nieuwe definitie als model worden beschermd “ongeacht of het in een fysiek object is vormgegeven of in niet-fysieke vorm wordt verwezenlijkt” (art. 2 lid 4 Richtlijn). Daarmee wordt het mogelijk om digitale voorwerpen als model te beschermen, die alleen in virtuele vorm of zelfs in een virtuele wereld (zoals Metaverse) bestaan.
- Als logisch gevolg van deze verruimde definitie wordt ook de manier waarop een model in het register kan worden afgebeeld, gemoderniseerd: “De reproductie kan statisch, dynamisch of geanimeerd zijn en wordt met elk passend middel verwezenlijkt, waarbij algemeen beschikbare technologie, met inbegrip van tekeningen, foto's, video's, computerbeeldvorming of computermodellering, wordt gebruikt.” (art. 26 Richtlijn). Omdat het voor gebruikers natuurlijk fijn is als alle registrerende instanties (EUIPO, BOIP, nationale bureaus) zoveel mogelijk dezelfde regels en technische middelen hanteren, denk ik dat het goed is dat zij worden aangespoord om samen te werken en gemeenschappelijke normen vast te stellen (art. 26 lid 6 Richtlijn).
- Digitalisering heeft ook gevolgen voor de beschermingsomvang van het modelrecht. Zo kan de modelhouder zich voortaan ook verzetten tegen “het creëren, downloaden, kopiëren en delen of verspreiden onder anderen van een drager waarop of software waarin het model is vastgelegd, teneinde een [inbreukmakend] voortbrengsel te kunnen maken” (art. 16 lid 2 Richtlijn). Deze bepaling ziet met name op software voor 3D-printen.
- De beschermingsomvang is daarnaast uitgebreid met een bepaling over transitgoederen (art. 16 lid 3 Richtlijn), zoals die voor het merkenrecht al enkele jaren bestaat als gevolg van het ‘Trade Mark Package’ (art. 10 lid 4 van Richtlijn 2015/2436).
- De laatste belangrijke wijziging die ik wil noemen, is de reparatieclausule (art. 19 Richtlijn). Na decennia van discussie is het de EU-wetgever eindelijk gelukt om hierover overeenstemming te bereiken. Daarbij hebben denk ik niet alleen argumenten van mededinging een rol gespeeld, maar ook het streven naar een duurzame economie (de Europese Green Deal, zie cons. 33 van de Richtlijn). De markt voor onderdelen voor reparatie wordt geliberaliseerd, hetgeen natuurlijk met name gevolgen heeft voor de auto-industrie. Het BVIE kende overigens al een reparatieclausule (art. 3.19 lid 3 BVIE), zodat het neem ik aan niet nodig zal zijn om gebruik te maken van de overgangsclausule die in de Richtlijn (art. 19 lid 4) is voorzien.
Naast deze wijzigingen wordt de terminologie op veel punten gemoderniseerd en worden een aantal punten uit het Trade Mark Package nu ook voor het modellenrecht doorgevoerd. Kortom, het modellenrecht is binnenkort helemaal klaar voor de toekomst!
1 https://eur-lex.europa.eu/eli/reg/2024/2822/oj
2 https://eur-lex.europa.eu/eli/dir/2024/2823/oj