5 februari 1999
Eerste Kamer
Rekestnr. : R98/053HR
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van :
HET BENELUX-MERKENBUREAU,
gevestigd te 's-Gravenhage,
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat : mr C.J.J.C. van Nispen.
tegen
Kees MARINUS,
wonende te Amsterdam,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
1. Het geding in feitelijke instantie
Met een op 21 augustus 1997 ter griffie van het Gerechtshof te 's-Gravenhage ingekomen verzoekschrift heeft verweerder tot cassatie - verder te noemen : Marinus - zich gewend tot dat Hof en verzocht verzoeker tot cassatie - verder te noemen : Het Benelux-Merkenbureau - te bevelen over te gaan tot inschrijving van het depot van het merk EROTISCH HUISHOUDTEXTIEL, zoals verricht op 26 augustus 1996, onder nummer 877371.
Het Benelux-Merkenbureau heeft het verzoek bestreden.
Het Hof heeft bij beschikking van 5 februari 1998 het verzoek tot inschrijving van het depot van voormeld woord-merk voor de waren en diensten nopens de in het dictum van het arrest vermelde klassen toegewezen en voor het overige het verzoek afgewezen.
De beschikking van het Hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het Hof heeft het Benelux-Merkenbureau beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
Marinus heeft in cassatie geen verweerschrift ingediend. Het Benelux-Merkenbureau heeft de zaak doen toelichten door zijn advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal Spier strekt ertoe dat de zaak wordt aangehouden totdat het Benelux-Gerechtshof de in de zaak Campina door de Hoge Raad bij arrest van 19 juni 1998 gestelde vragen van uitleg heeft beantwoord.
3. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het cassatieberoep
Het cassatieberoep richt zich tegen een beschikking van het Gerechtshof te 's-Gravenhage ingevolge art. 6ter BMW. De vraag rijst of moet worden aangenomen dat tegen een zodani-ge beschikking beroep in cassatie openstaat, indien en voor zover het desbetreffende nationale burgerlijk procesrecht tegen door de burgerlijke rechter op verzoekschrift gegeven beschikkingen beroep in cassatie toelaat. In zijn beschikking van 19 juni 1998 in de zaak tussen Campina Melkunie B.V. en het Benelux Merkenbureau (nr 9090, RvdW 1998, 126) heeft de Hoge Raad onder meer hieromtrent een vraag aan het Benelux-Gerechtshof voorgelegd. Het komt de Hoge Raad geraden voor iedere beslissing in dit geding aan te houden totdat het Benelux-Gerechtshof in die zaak uitspraak zal hebben gedaan.
4. Beslissing
De Hoge Raad :
houdt iedere verdere beslissing aan en schorst het geding totdat het Benelux-Gerechtshof in de zaak tussen Campina Melkunie B.V. en het Benelux-Merkenbureau uitspraak zal hebben gedaan.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president Mijnssen als voorzitter en de raadsheren Korthals Altes en Van der Putt-Lauwers, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer Heemskerk op 5 februari 1999.