De titel betreft een onderzoek van de OESO en EUIPO. Dit onderzoek geeft een beeld van de waarde, reikwijdte en omvang van de wereldhandel in nagemaakte en door piraterij verkregen producten. In het rapport, gebaseerd op gegevens uit 2016, wordt het volume van de internationale handel in nagemaakte en door piraterij verkregen producten in 2016 geschat op maar liefst 509 miljard USD. Dit bedrag vertegenwoordigt 3,3% van de wereldhandel. Het omvat niet de binnenlands geproduceerde en geconsumeerde, nagemaakte en door piraterij verkregen producten of door piraterij verkregen digitale producten die via het internet worden gedistribueerd. In de vorige studie uit 2013 was het aandeel nog 2,5% van de wereldhandel, oftewel 461 miljard USD.
In de periode 2013-2016 groeide het aandeel van de handel in nagemaakte en door piraterij verkregen goederen in de wereldhandel aanzienlijk, ondanks een periode van relatieve vertraging in de totale wereldhandel. De namaak- en piraterijpraktijken nemen dus in intensiteit toe, met een aanzienlijk risico voor het intellectuele eigendom (IE) in de op kennis gebaseerde, open en geglobaliseerde economie.
De studie bevat ook een evaluatie van de situatie in de Europese Unie. Uit de bevindingen komt naar voren dat de invoer van nagemaakte en door piraterij verkregen producten in de EU in 2016 maar liefst 121 miljard EUR (134 miljard USD) bedroeg, wat neerkomt op 6,8% van de invoer in de EU (tegenover 5% van de invoer in de EU in 2013).
De routes waarlangs nagemaakte en door piraterij verkregen producten worden verhandeld, blijven complex, waarbij misbruik wordt gemaakt van enkele doorvoerpunten. Veel van deze doorvoereconomieën herbergen grote vrijhandelszones die belangrijke centra van internationale handel vormen.
Ook het gebruik van kleine zendingen voor de handel in namaakproducten blijft toenemen. Kleine zendingen, vooral via post- of koeriersdiensten, hebben alles te maken met het eenvoudiger worden van het handelsverkeer; de verzending in kleine volumes is voor criminelen ook een manier om de opsporingskans te beperken en het risico op sancties te minimaliseren. De toename van het aantal kleine zendingen leidt tot hogere kosten voor controle en bewaring door douanediensten en stelt handhavingsinstanties voor extra problemen. Er is dus behoefte aan gecoördineerd onderzoek naar het beleid op dit gebied.
Nagemaakte producten kunnen worden aangetroffen in een groot en groeiend aantal sectoren, zoals gangbare consumptiegoederen (schoeisel, cosmetica, speelgoed), b2b-waren (reserveonderdelen of chemicaliën), IT-goederen (telefoons, batterijen) en luxeartikelen (modekleding, luxueuze horloges). Belangrijk is dat veel namaakartikelen, in het bijzonder geneesmiddelen, voedingsmiddelen en dranken, en medische apparatuur, ernstige negatieve gezondheids- en veiligheidsrisico's met zich kunnen brengen.
Hoewel nagemaakte en door piraterij verkregen goederen uit vrijwel alle economieën in alle werelddelen afkomstig zijn, blijven China en Hongkong (China) veruit de belangrijkste producerende economieën.
De meeste bedrijven die slachtoffer zijn van namaak- en piraterijpraktijken zijn geregistreerd in OESO-landen, vooral in de Verenigde Staten, Frankrijk, Italië, Zwitserland, Duitsland, Japan, Korea en het Verenigd Koninkrijk. Bedrijven die zijn geregistreerd in derde economieën met hoge inkomens, zoals Singapore en Hongkong (China), zijn echter in toenemende mate doelwit. Verder zijn er steeds meer rechthebbenden, die nadeel ondervinden van namaakpraktijken, in Brazilië, China of andere opkomende economieën geregistreerd. Namaak- en piraterijpraktijken vormen dus een risico voor alle innovatieve bedrijven die voor hun strategie mede van IE afhankelijk zijn, waar zij zich ook bevinden.
Om dit risico te begrijpen en te bestrijden, hebben regeringen actuele informatie nodig over de omvang en reikwijdte van en trends in de handel in nagemaakte en door piraterij verkregen goederen. Met genoemde studie wordt beoogd enig inzicht te geven in de illegale handel, maar er is verder onderzoek nodig om met beleids- en handhavingsoplossingen te kunnen komen en om de samenwerking tussen regeringen en instanties wereldwijd mogelijk te maken.