Rekest number 97/438

Date
Instance
APP NL
Trademark
NETWERK COMPUTING
Application number
Applicant
CMP Publications, Inc.
Text

Uitspraak : 8 januari 1998
Rekestnr. : 97/438

 
HET GERECHTSHOF TE ‘s-GRAVENHAGE, kamer M C-5,
 
heeft de volgende beschikking gegeven op het verzoek van :
 
de vennootschap naar vreemd recht
CMP PUBLICATIONS INC.,
gevestigd te Manhasset (Verenigde Staten),
 
verzoekster,
procureur : Mr G.L. Kooy
 
tegen
 
Het BENELUX-MERKENBUREAU,
gevestigd te 's-Gravenhage,
 
verweerder,
procureur : Mr C.J.J.C. van Nispen
 
De procedure
 
Bij op 2 juni 1997 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift (met producties) heeft verzoekster, hierna te noemen CMP, het hof verzocht het Benelux-Merkenbureau te bevelen over te gaan tot inschrijving van het depot van het merk NETWERK COMPUTING, zoals verricht op 29 maart 1996 onder nummer 868332 en verweerder, hierna te noemen het Bureau, te veroordelen in de proceskosten.
 
Het Bureau heeft bij op 24 juni 1997 ter griffie ingekomen verweerschrift (met producties) het hof verzocht het verzoek van CMP af te wijzen, met veroordeling van CMP in de proceskosten.
 
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 15 december 1997, waarbij partijen - het Bureau onder overlegging van bescheiden - hun standpunten hebben doen toelichten door hun procureurs aan de hand van pleitnotities.
 
Beoordeling van het verzoek
 
1. Het verzoekschrift is tijdig ingekomen.
 
2. Uit het verzoekschrift en de daarbij gevoegde bescheiden blijkt het volgende :
 
a. CMP heeft op 29 maart 1996 bij het Bureau het teken NETWERK COMPUTING onder nummer 868332 gedeponeerd als woordmerk voor de waren :
 
in klasse 16 : gedrukte publicaties.
 
b. Het Bureau heeft bij brief van 6 september 1996 CMP laten weten de inschrijving van het depot 868332 voorlopig te weigeren.
Als reden(en) heeft het Bureau opgegeven :
 
"Het teken NETWERK COMPUTING is uitsluitend beschrijvend voor de in de klasse 16 genoemde waren inzake het computeriseren (Engels: computing) van een netwerk. Derhalve mist het teken ieder onderscheidend vermogen zoals bedoeld in artikel 6bis, eerste lid, onder a. van de Eenvormige Beneluxwet op de merken..."
 
c. CMP heeft bij brief van 5 maart 1997 tegen deze voorlopige weigering bezwaar aangetekend.
 
d. Het Bureau heeft daarin geen aanleiding gezien zijn voorlopige weigering te herzien.
 
e. Bij brief van 2 april 1997 heeft het Bureau CMP in kennis gesteld van zijn beslissing van gelijke datum, inhoudende definitieve weigering van de inschrijving van het depot.
 
3. CMP heeft het hof op de voet van artikel 6ter van de Eenvormige Beneluxwet op de merken (BMW) verzocht het Bureau te bevelen tot inschrijving van het depot over te gaan. CMP stelt zich op het standpunt dat NETWERK COMPUTING niet kan worden aangemerkt als een teken dat uitsluitend beschrijvend is en ieder onderscheidend vermogen mist voor de waren in klasse 16. Subsidiair beroept zij zich op inburgering van het teken.
 
4. Het Bureau, dat zijn beslissingen heeft gebaseerd op artikel 6bis, eerste lid, onder a, BMW, heeft verzocht het verzoek af te wijzen. Daarbij heeft het Bureau zijn verweer, inhoudende dat het hof slechts bevoegd is tot marginale toetsing van het (definitieve) besluit niet langer gehandhaafd.
 
5. CMP niet heeft weersproken dat de woorden NETWERK en COMPUTING (algemeen) bekende woorden zijn; zij betoogt evenwel dat de combinatie van de woorden onderscheidend vermogen heeft. Bij de mondelinge behandeling heeft CMP nog gesteld dat de woorden niet beschrijvend zijn voor tijdschriften.
 
Het gaat thans om de vraag of de combinatie van het Nederlandse woord NETWERK en het Engelse woord COMPUTING voor gedrukte publicaties (klasse 16) althans voor tijdschriften onderscheidend vermogen heeft.
Het hof beantwoordt deze vraag ontkennend op grond van het volgende.
 
6. Computing is niet alleen een vorm van het Engelse werkwoord to compute, maar betekent ook (het) werken met/gebruiken van computers, terwijl Netwerk in combinatie met computing de betekenis heeft van (werken met/gebruiken van) een interconnectie van computers(ystemen). Bovendien blijkt uit de overgelegde processtukken dat met de Engelse woorden Network Computing (ook wel NC genaamd) een nieuwe voor bedrijven ontwikkelde computertechnologie met "afgeslankte" computers en "geleende software" wordt aangeduid.
Het daarvoor in aanmerking komende publiek zal NETWERK COMPUTING daarom opvatten als een aanduiding van de inhoud van het drukwerk c.q. de tijdschriften op het gebied van (het werken met) netwerken van computersystemen en daarmee samenhangende technologie.
Naar 's hofs oordeel kan de combinatie van de beide woorden dan ook niet als origineel of fantasievol worden aangemerkt. Hierbij is mede in aanmerking genomen dat ook het gebruik van het Engelse woord computing geen onderscheidend vermogen meebrengt, daar in de Benelux op het gebied van de computertechnologie dit Engelse woord gangbaar taalgebruik is. De woordcombinatie bevat ook niet iets "extra's" waardoor de combinatie uitstijgt boven de som van de woorden COMPUTING en NETWERK afzonderlijk.
CMP heeft nog betoogd dat NETWERK COMPUTING als titel van een tijdschrift door het (in aanmerking komende) publiek zal worden aangemerkt als "identifier", als aanduiding van een bepaalde herkomst. Dit betoog faalt, nu niet gebleken is dat het publiek zal begrijpen dat de woordcombinatie als merk fungeert.
Daarbij komt dat aanvaarding van NETWERK COMPUTING als merk derden zou verhinderen dezelfde of soortgelijke waren aan te duiden met deze woordcombinatie.
 
7. CMP stelt zich subsidiair op het standpunt dat het teken NETWERK COMPUTING door inburgering reeds vóór de datum van het depot onderscheidend vermogen heeft verkregen.
 
8. Het hof verwerpt ook deze stelling. Noch uit de door CMP overgelegde bescheiden noch anderszins is immers genoegzaam gebleken dat NETWERK COMPUTING door intensief en langdurig gebruik in de Benelux zodanig onderscheidende kracht heeft verkregen dat het als merk kan worden beschouwd. Het hof merkt in dit verband nog op dat onderscheid moet worden gemaakt tussen het gebruik van de woordcombinatie als gangbaar taalgebruik dan wel als merk door CMP (of een licentiehouder) voor de desbetreffende waren; slechts dit laatste kan tot inburgering leiden.
 
9. Uit het bovenstaande vloeit voort dat het verzoek van CMP moet worden afgewezen.
Zoals reeds is overwogen in de uitspraak van het hof van 3 juli 1997 inzake Bio Claire (gepubliceerd in het Bijblad Industriële Eigendom nr.10, p. 389 e.v. ) bevat de BMW geen voorschriften omtrent de wijze van procederen en komt het juist voor de bepalingen inzake de verzoekschriftenprocedure, waaronder artikel 429k van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, naar analogie toe te passen. Nu uit de wet niet het tegendeel voortvloeit en de onderhavige procedure overeenkomsten vertoont met een contentieuze procedure, zal CMP, overeenkomstig het verzoek van het Bureau, als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten worden verwezen, waarbij het hof gezien de inhoud van het verzoekschrift en de werkzaamheden van de procureurs aanleiding ziet de kosten te begroten als na te melden.
De stelling dat onzekerheid bestaat omtrent de vraag of in een soortgelijke procedure door het Cour d'appel te Luxemburg en/of het Hof van Beroep te Brussel een veroordeling in de proceskosten zal worden uitgesproken is, nu daarvan tot op heden niet is gebleken, onvoldoende reden om daarvan thans af te zien.
Voor een voorwaardelijke kostenveroordeling als door CMP verzocht acht het hof voorts geen termen aanwezig.
 
Beslissing
 
Het hof :
 
wijst het door CMP verzochte af;
 
verwijst CMP in de kosten van deze procedure en begroot deze tot op deze uitspraak aan de zijde van het Bureau op f 3240,-
 
Deze beschikking is gegeven door Mrs Brinkhof, Fasseur - van Santen en Van Sandick, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 januari 1998, in tegenwoordigheid van de griffier.
 
* * * * *