Rekestnummer R99/648

Datum
Instantie
BER NL
Merk
ECOLOGISTICS
Depotnummer
Deposant
Fiege Logistik GmbH & Co.
Tekst

Uitspraak : 10 februari 2000
Rekestnr. : 99/648

HET GERECHTSHOF TE ‘s-GRAVENHAGE, Kamer M C-5,

heeft de volgende beschikking gegeven op het verzoek van :

FIEGE LOGISTIK GmbH & Co.,
gevestigd te Greven, Duitsland,

verzoekster,
procureur : Mr D. Rijpma

tegen

Het BENELUX-MERKENBUREAU,
gevestigd te 's-Gravenhage,

verweerder,
procureur : mr C.J.J.C. van Nispen.

De procedure

Bij op 6 augustus 1999 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift (met producties) heeft verzoekster (hierna te noemen Fiege) het hof verzocht het Benelux-Merkenbureau te bevelen over te gaan tot inschrijving van het depot 638 838 (ECOLOGISTICS) voor alle in het (basis)inschrijvingsbewijs genoemde diensten in de klassen 36, 37 en 39, dan wel subsidiair met de toevoeging van een disclaimer, dan wel meer subsidiair voor de diensten waarvoor ECOLOGISTICS niet ieder onderscheidend vermogen mist, met veroordeling van verweerder (hierna te noemen het BMB) in de proceskosten. 
Het BMB heeft bij op 18 november 1999 ter griffie ingekomen verweerschrift het hof verzocht het verzoek af te wijzen, met verwijzing van Fiege in de proceskosten. 
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 31 januari 2000, waarbij partijen - het BMB onder overlegging van producties - hun standpunten hebben doen toelichten aan de hand van pleitnotities, Fiege door Mr R.M.R. van Leeuwen, advocaat te Amsterdam en het BMB door zijn procureur. 

Beoordeling van het verzoek 

1. Het verzoekschrift is tijdig ingekomen. 

2. Uit het verzoekschrift en de ten processe overgelegde bescheiden blijkt het volgende : 

a. Fiege heeft op 4 augustus 1997 bij het Internationale Bureau voor de Intellectuele Eigendom te Geneve (OMPI) onder nummer 683 838 een internationaal depot onder meer voor het Benelux-gebied verricht van het teken ECOLOGISTICS voor de volgende (in de Nederlandse taal aangeduide) diensten in de klassen : 
klasse 36: bemiddeling (tussenkomst) bij douane en verzekeringsformaliteiten. 
klasse 37: reparatie van motorvoertuigen. 
klasse 39: transport en bemiddeling van vervoer van goederen en pakketten over de weg, over het spoor, per boot, door de lucht en vervoermiddelen zonder aandrijfmotor, ook betrekking hebbende op het pakketverkeer en collectieve verzending; distributie van goederen, pakketten inbegrepen; zending, compilatie en verdeling van goederen bij buitenlandse opdracht; verpakking, inscheping en ontscheping van goederen, opslag van goederen, opslag van goederen voor derden; huur van motorvoertuigen. 

b. Het BMB heeft bij brief van 28 september 1998 laten weten de inschrijving van het depot 683.838 voorlopig te weigeren. Als reden(en) heeft het BMB opgegeven : 
"Le signe ECOLOGISTICS, composé de l'abréviaton usuelle eco (pour ecologique) en de la dénomination générique logistics (anglais pour logistique), est dépourvu de tout pouvoir distinctif pour les services mentionnés en classes 36, 37 en 39 pour autant qu'ils aient trait à de la logistique ecologique (visé à l'article 6bis, par.lers sous a. de la Loi Uniforme Benelux sur les marques (...") 

c. Namens Fiege is door haar gemachtigde bij brief van 1 maart 1999 tegen deze voorlopige weigering bezwaar aangetekend. 

d. Het BMB heeft daarin geen aanleiding gezien zijn voorlopige weigering te herzien (brief van 12 april 1999). 

e. Het BMB heeft bij brief van 9 juni 1999 aan de gemachtigde van Fiege mededeling gedaan van zijn beslissing, houdende definitieve weigering van de inschrijving van het depot. 

3. Fiege heeft het hof op de voet van artikel 6ter van de Eenvormige Beneluxwet op de merken (BMW) verzocht het Bureau te bevelen tot inschrijving van het depot ECOLOGISTICS over te gaan voor alle hierboven genoemde diensten in de klasssen 36, 37 en 39, althans met toevoeging van een disclaimer, althans rekestnummer R99/648 voor die diensten waarvoor het merk niet ieder onderscheidend vermogen mist. 
Fiege stelt zich op het standpunt dat het teken ECOLOGISTICS niet kan worden aangemerkt als een teken dat louter beschrijvend is en ieder onderscheidend vermogen mist. 

4. Het BMB bestrijdt het standpunt van Fiege en heeft verzocht het verzoek af te wijzen. 

5. In een drietal beschikkingen, gedateerd 3 juni 1999, heeft het hof aan het Benelux-Gerechtshof en het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen een aantal prejudiciële vragen voorgelegd. Die vragen betreffen kwesties die deels ook in deze procedure aan de orde zijn gekomen en waarover partijen van mening verschillen. 

6. Het hof zal in verband daarmee de zaak PRO FORMA aanhouden tot 31 december 2000. 
Mochten zich intussen ontwikkelingen voordoen die voor de beslissing van de zaak van belang kunnen zijn, dan kan de meest gerede partij om voortzetting van de behandeling vragen. Voorts zal partijen de gelegenheid worden geboden om, nadat de antwoorden op genoemde prejudiciële vragen bekend zijn, hun visie te geven op de betekenis daarvan voor het onderhavige geschil. 

Beslissing 

Het hof : 

houdt - met inachtneming van het onder 6 overwogene - de zaak aan tot 31 december 2000 PRO FORMA. 

Deze beschikking is gegeven door Mrs Fasseur-van Santen, Van Sandick en Kiers-Becking, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 februari 2000, in tegenwoordigheid van de griffier.